Toespraak gezaghebber Edison Rijna op Bonaire

Toespraak van Gezaghebber E. Rijna ter gelegenheid van een bijeenkomst over de reactie van de Nederlandse regering op het adviesrapport ‘Ketenen van het verleden’.

Minister Van Gennip, geachte eilandsraadsleden, gedeputeerden, andere aanwezigen en ook allen die ons via de diverse media volgen, bon dia.

Wij zijn hier vandaag bij elkaar vanwege een bijzondere gebeurtenis. Deze dag gaat de geschiedenisboeken in als de dag waarop de Nederlandse regering officieel excuses aanbiedt voor de rol van de Nederlandse staat in het slavernijverleden. Wij hebben net allemaal de toespraak van minister-president Rutte bij het Nationaal Archief in Den Haag gezien en ik wil in het bijzonder minister Van Gennip bedanken dat zij naar Bonaire is gekomen om ook persoonlijk de excuses namens de Nederlandse regering over te brengen.

De slavernij heeft diepe sporen nagelaten op ons eiland. Zichtbaar, onzichtbaar en nog iedere dag merkbaar. Generaties lang hadden de tot slaaf gemaakte geen zicht op een vrije toekomst. Toch probeerden zij, waar het kon, hun leven vorm te geven. Bijvoorbeeld door samen muziek te maken en liederen te zingen waarin zij de gevoelens over hun bestaan konden uiten. De Barí - op zuster eiland Curaçao bekend als de Tambú -  is hier een voorbeeld van. Het is zowel een muzikaal genre als een dans. Er worden maar twee instrumenten gebruikt, de trom (barí/tambú) en de chapi, aangevuld met handgeklap en hielgestamp. Meestal zorgden de vrouwen voor de zang. De Barí ontwikkelde zich op de plantages waar de slaven werkten. De liedteksten waren een geheimtaal zodat de slaven met elkaar konden communiceren over zaken die de Shon, de plantage eigenaar, niet mocht weten. Dubbelzinnigheid is een belangrijk kenmerk van de Barí. Nog altijd worden rondom de jaarwisseling in de Barí de gebeurtenissen van het oude jaar bezongen. De luisteraar moet goed opletten wat er tussen de regels door écht wordt gezegd.

De excuses die vandaag zijn aangeboden door de Nederlandse regering zijn allesbehalve dubbelzinnig. Persoonlijk zie ik dit als een startpunt om een donkere periode uit onze gezamenlijke geschiedenis recht in de ogen te kijken. Wij moeten dit bijzondere moment aandacht en vervolg geven. Het bestuur van Bonaire gaat een officiële reactie naar Den Haag voorbereiden. Onze volksvertegenwoordigers gaan met elkaar in debat en bereiden een toepasselijke reactie voor. De adviezen van onder meer de Dialooggroep Bonaire en andere experts op het gebied van het slavernijverleden worden hierin meegenomen.

De Dialooggroep Bonaire komt voort uit de activiteiten van het Adviescollege Dialooggroep Slavernijverleden dat op 1 juli 2020 is ingesteld door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het doel was om een brede maatschappelijke dialoog te organiseren over het Nederlandse Slavernijverleden en de doorwerking daarvan in de hedendaagse samenleving. Alle zes eilanden van het Caribisch Deel van het Koninkrijk hebben een eigen dialooggroep samengesteld met vertegenwoordigers uit hun samenleving. Op Bonaire zijn gesprekken gevoerd met onder meer inwoners en maatschappelijke organisaties om de meningen en gevoelens over het slavernijverleden breed te peilen, te bespreken en te vertalen naar een advies. Dat advies is destijds gepresenteerd aan de Eilandsraad en is meegenomen in het Adviesrapport 'Ketenen van het verleden' van het Adviescollege dat in 2021 door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is aangeboden aan de Tweede Kamer.

Zoals minister Van Gennip citeerde verwachten de Bonairianen die hebben bijgedragen aan de dialooggroep geen excuses van Nederland. Voor hen zijn andere aspecten van Rechtvaardigheid en van het doen van Recht veel belangrijker, voor hen geldt: Vergeving van en Verzoening met Nederland. Er wordt veel belang gehecht aan 'Gelijkwaardigheid' en 'Gelijke Kansen op Ontwikkeling'.

Dit betekent dat iedereen in het Koninkrijk der Nederlanden, ook op Bonaire, de kans moet krijgen om zijn of haar talenten te ontwikkelen en moet kunnen investeren in een goede toekomst.

Bonaire heeft ervoor gekozen om op 10-10-2010 onderdeel te worden van Nederland. Sinds die datum zijn wij verder gegaan als 'bijzondere gemeente'. Dit heeft ons goeds gebracht in de zin van investeringen van de Rijksoverheid voor onder meer beter onderwijs, betere gezondheidszorg en het verhogen van de kwaliteit van andere gezamenlijke voorzieningen. Ook het wegwerken van sociaal maatschappelijke achterstanden heeft de aandacht, maar niet iedere Bonairiaan is er op vooruit gegaan. Dat horen en zien wij dagelijks. Het gebaar dat de Nederlandse regering vandaag maakt betekent voor iedereen iets anders. Voor sommigen is het een noodzakelijk stap om de verhoudingen te verbeteren, voor anderen gaat het om meer concrete zaken.

In het advies van de dialooggroep wordt onder meer gevraagd om een einde te maken aan bureaucratische, afstandelijke en soms zelfs wantrouwige behandeling van de zorgen die op Bonaire leven. Ontwikkeling van kennis bij de ministeries in Nederland van de historie van het eiland kan hieraan bijdragen. Er is behoefte aan een programma waarmee achterstanden op het eiland in brede zin ingelopen kunnen worden, met de kennis van het verleden en met oog voor de lokale realiteit. Zaken als de ontwikkeling van het Papiamentu, vergroten van kennis van de eigen geschiedenis en aandacht voor ons cultureel erfgoed zijn hiervoor van groot belang. Graag wil ik hier ook de 'Werkgeroep 1 juli' noemen die door het Bestuurscollege is ingesteld en de afgelopen tijd veel werk heeft verricht om het bewustzijn over het slavernijverleden op Bonaire te vergroten. Zo hebben zij onder meer historische wandelingen georganiseerd, een gedichtenwedstrijd voor het primair onderwijs, lezingen en filmavonden. Laat het verleden ons lessen leren voor onze toekomst.

Laten wij als 'Samenleving' en niet als 'Alleenleving' ons eiland verder vormgeven. Een gelijkwaardige relatie met Nederland is daarbij van groot belang.

Na dit officiële programma gaan verschillende vertegenwoordigers van partijen die zich bezighouden met het slavernijverleden onder leiding van voorzitter Dhr. Nolly Oleana in gesprek met minister Van Gennip en de Rijksvertegenwoordiger over het vervolg en de uitwerking van het advies. Het feit dat wij nu in alle openheid met elkaar dit beladen onderwerp kunnen bespreken zie ik als een groot goed.

Tot slot wil ik u uitnodigen om nu te gaan kijken en luisteren naar een cultureel programma dat ons meeneemt naar ons gezamenlijke verleden en de toekomst. Muziek is al eeuwenlang en wereldwijd een manier om uitdrukking te geven aan gevoelens en om levensverhalen door te geven. Muziek verbindt ons allemaal.

Mashá danki.