7,2 miljoen euro voor bescherming van het koraal in Caribisch Nederland

De koraalriffen in Caribisch Nederland (Bonaire, Sint Eustatius en Saba) staan onder druk. Dat heeft grote gevolgen voor de biodiversiteit, maar ook voor de economische welvaart van de eilanden. Het kabinet maakt 7,2 miljoen euro vrij om de achteruitgang te stoppen en het koraalrif te herstellen. Dat schrijft minister Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) vandaag, mede namens Staatssecretaris Van Veldhoven van Infrastructuur en Waterstaat en Staatssecretaris Knops van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, in een brief aan de Tweede Kamer.

Reef

Het koraal op Caribisch Nederland wordt bedreigd door erosie en waterverontreiniging. De erosie ontstaat vooral door de ruim 40.000 vrij grazende geiten (en andere grazers, zoals ezels) en het zand van de oppervlakte in de zee en beschadigt het koraal. Om dit tegen te gaan wordt de geitenhouderij geprofessionaliseerd, waarbij geiten binnen een omheining gehouden worden. Ook wordt het af- en uitspoelen van afvalwater voorkomen. Dit spoelt momenteel te vaak met voedingsstoffen – zoals fosfaat en nitraat – naar zee. Daar groeien algen sterk van en deze overwoekeren vervolgens het koraal.

Tegelijkertijd is er een hoopvolle ontwikkeling voor het koraal. Recent onderzoek laat zien dat het mogelijk is om elandgewei- en hertshoornkoraal, twee belangrijke soorten voor de leefomgeving van verschillende vissoorten, uit te zetten en te laten groeien. Dit onderzoek wordt grootschalig uitgebreid.

De bescherming van het koraal is één van de onderdelen uit het samen met de eilanden opgestelde Natuur en milieubeleidsplan Caribisch Nederland dat voor de komende 10 jaar geldt. Ook is er aandacht voor de bescherming van natuurgebieden en diersoorten en het duurzaam gebruik van land en water. Duurzame visserij en landbouw kunnen een bijdrage leveren aan de verbetering van de natuurbescherming en de economische welvaart in Caribisch Nederland. Daarom komt er dit jaar een plan om de lokale visserij zo in te richten dat visstanden per 2030 stabiel blijven. Ook wordt gewerkt aan meer duurzame vormen van landbouw, zoals een hydroponics farm op Saba (waarbij o.a. minder water nodig is om voedsel te produceren). 

In 2017 publiceerde de Wageningen University & Research (WUR) het rapport ‘Staat van de natuur van Caribisch Nederland’. In het laatste rapport van de Convention on Biological Diversity (CBD) werd ook gekeken naar de biodiversiteitsdoelstellingen in de Cariben. De conclusies van beide rapporten waren duidelijk: aanvullende actie is nodig. Met het Natuur- en milieubeleidsplan Caribisch Nederland 2020-2030 wordt daar invulling aan gegeven. Niet alleen de natuur is daarmee geholpen. Natuurtoerisme en visserij leveren de eilanden jaarlijks zo’n 150 miljoen euro op, een flink deel van het bruto binnenlands product (bbp).